Indisch koken is niet moeilijk maar kost wel tijd mits je met verse kruiden werkt en niet met kant en klare boemboes. Dit kan natuurlijk ook, maar met verse kruiden heeft het meer smaak en komen de gerechten daardoor beter tot hun recht. De producten zijn veelal te vinden in de toko’s, maar ook de supermarkten hebben tegenwoordig een uitgebreid assortiment.

De Indische gerechten verschillen vaak van familie tot familie, maar ook van eiland. Ieder eiland heeft zijn eigen smaak wat gerechten betreft. Zo smaken de gerechten op Java zoeter en op Bali weer wat zouter.

Bij het gebruik van lombok (Spaanse peper), peper, zout, suiker en asem (tamarinde) gaat het altijd om je eigen smaak. De hoeveelheden die aangegeven staan in de recepten zijn dan ook gemiddeld te nemen. Smaken verschillen nou eenmaal. Dit geldt ook met name voor de ketjap die in diverse gerechten gebruikt wordt. Meestal wordt de zoete (manis) ketjap gebruikt. Zelf gebruik ik bij voorkeur ketjap ‘kaki tiga’ ofwel ‘drie beentjes’ van Vanka Kawat. Tegenwoordig ook bij veel supermarkten te verkrijgen. Deze ketjap is wat dikker en zoeter van smaak.